Olala....Koala's

17 oktober 2017 - Toora, Australië

Wat een K-dag was deze dinsdag! K staat in dit geval voor Koala. Vanuit Lakes Entrance zijn we direct aan de rand van de stad al weer even gestopt. Mooie lookout over dat waar de naam van de stad over gaat, de doorgang van het meer naar de zee en andersom. Met Mister Sunshine erbij levert dit weer een heel mooi plaatje op. Er kunnen hier dolfijnen en zeehonden gespot worden, maar dat geluk hadden we nu niet.

We zijn naar Paynesville gereden op deze opnieuw schitterende zonnige, zelfs warme lentedag. Onderweg stond de thermometer in de auto zelfs even op 32 graden! In Paynesville is het mogelijk om met een gratis voetveer (kom daar in Nederland nog eens om!) naar Raymond Island te gaan. Een eilandje  van een paar vierkante kilometer groot, maar wel met een grote natuurlijke schat. Of eigenlijk, schatten. Tientallen Koala’s leven hier op hun gemak in de bomen en het duurt niet lang of we krijgen de eersten in beeld. Ja, de eersteN, want we zien meteen een mams met jonkie. Hoog knuffelgehalte, maar je moet er gewoon afblijven. Om er bij te komen moet je trouwens goed in bomen kunnen klimmen. Maar bang dat ze snel weg rennen en/of verder klimmen zijn we niet. Wat een luie sodemieters zeg! De woorden ‘actief’ en ‘snel’ zullen wel heel snel uit de Koala woordenboeken zijn geschrapt. Ik weet niet wat het ‘Koalaas’ voor slapen is, maar dat schrijven ze volgens mij met hoofdletters. Voordeel is wel dat we op ons gemak diverse foto’s en filmpjes kunnen maken. Nee, de filmpjes barsten niet van de beweging en verrassende moves, maar we zien en horen in ieder geval dat het geen levensechte knuffeldieren zijn, maar echte beesies.

O ja, er is meer wildlife op Raymond Island; muggen! Man, in dat bos waar die beren wonen hebben ze een ware muggenplaag. We werden bijna opgevreten. Natuurlijk, wij zijn ook om op te vreten, maar daarvoor zijn we hier niet gekomen….

Terug op het Australische vasteland na een lange, ruwe overtocht van 3 minuten varen met een elektroboot over spiegelglad water, moet er eerst wat gegeten worden. Ha, wat heerlijk toch die camper. Koelkast open, potje yoghurt uit de koelkast, lepeltje erbij en dan lekker op een muurtje langs het water zitten smikkelen. Hoe simpel, hoe doeltreffend, hoe leuk en lekker kan een lunch zijn?

Vanuit Paynesville willen we naar de Agnes Falls. Da’s een rit van bijna 200 kilometer, maar dan zijn we daarna ook vrij dicht bij het Wilsons Promontory National Park. En daar willen we morgen naar toe. Moet schitterend zijn! Maar eerst de rit naar de Agnes Falls. Lang, warm, eentonig. Veel meer dan dat kunnen we van de eerste 150 kilometer niet zeggen. Maar bij de watervallen in de buurt wordt het ineens weer mooi. Glooiende groene heuvels, koeien, schapen, afwisseling in het landschap, weer wat bewoonde wereld op z’n tijd. Fijn! De Agnes Falls zijn niet sky-high, maar er valt gelukkig ook echt een flinke portie water vanaf. Hier heeft het blijkbaar voldoende geregend in de afgelopen winter. Mooi om dit zo te zien.

We hebben het rijden wel een beetje gehad en besluiten een camping in de buurt te zoeken. 12 kilometer verderop ligt het plaatsje Toora en daar dient zich een voor ons prima kleine, maar heel complete camping aan. Prachtig uitzicht vanuit de camper op een klein deel van Wilsons Promontory NP oftewel The Prom, zoals de Ozzies het hier noemen. En achter ons de groene heuvels. Tussen de camping en The Prom ligt nog een plas water met opgedroogde stukken land er tussenin en wat zandplaten. Dat wordt Corner Inlet genoemd. Hele mooie omgeving en morgen verder het National Park in.

Foto’s

3 Reacties

  1. Jessica:
    17 oktober 2017
    Móóóóiii!

    Enjoy. 😎
  2. Kai:
    17 oktober 2017
    Mooi al die dieren,die daar hun bestaan hebben. Wat kan de wereld toch bijzonder en afwisselend zijn.
  3. Astrid:
    18 oktober 2017
    Wat mooi om het allemaal zo te beleven en wat moeder aarde mooie plekjes .Het verhaal was weer super om te lezen !!!! Liefs mij 👍👍💋💋