Ons cadeau van Sinterklaas

6 december 2017 - Twizel, Nieuw-Zeeland

Het is hier maandag 4 december en in Portobello op Otago Peninsula is het heerlijk wakker worden. Tijdens ons ontbijt kunnen we al buiten in een aangename 19 graden zitten en tegen de tijd dat we de camping verlaten, wijst de thermometer in de auto al 22 graden aan. Meneer Zonnemans is volop aanwezig en het enige wat er nu nog aan ontbreekt is een of meer van die luchtgiganten. Ik bedoel een of meer Albatrossen, want we hebben besloten om nog een keer terug te gaan naar de Albatros kolonie. We hebben ze gisteren niet zien vliegen en ook vandaag hebben we na een uur in de lucht turen geen geluk. Het moet dus gewoon niet zo zijn deze keer. Jammer, maar helaas.

We rijden Otago Peninsula af via de High Cliff Road. Dan heb je aan beide kanten soms schitterende uitzichten op baaien, stranden, glooiende heuvels, verderop gelegen groene bergen, hier en daar schitterende huizen en ook hier heel veel schapen. Maar alles bij elkaar is het nog weer een prachtige rit. Als we het schiereiland afrijden komen we meteen weer in Dunedin uit. Die stad zullen we grotendeels door moeten. De State Highway 1 loopt er namelijk dwars doorheen.

Na Dunedin willen we richting Moeraki Boulders. Daar komen we even na twee uur aan en we lopen meteen richting het strand waar deze gigantische keien moeten liggen. Dat weten we nog van zes jaar geleden. Die grote ronde keien waren zo groot, dat je er makkelijk in kon gaan zitten, er op klimmen was soms een enorme klus, afmetingen van 1,5 tot 1,8 meter hoog en met dezelfde diameters waren niet vreemd. Maar wat schetst onze enorme verbazing? Het lijkt wel of er veel minder ‘boulders’ zijn en ook of ze veel kleiner zijn. Het blijkt dat gedurende de afgelopen zes jaar de zee een duit in het zakje heeft gedaan. De zee stuwt het strand steeds verder op en spoelt de keien steeds verder onder het zand. Daar waar we zes jaar geleden tegen de keien op moesten kijken, kunnen we er nu soms zo op stappen. En er is een aantal keien ook gewoonweg uit elkaar gevallen. De stukken liggen nog wel op het strand. Maar alles bij elkaar komt onze voorstelling van destijds er nu wel heel anders uit te zien. Tja, de natuur…..

Wat nog wel even leuk is om te vermelden, vind ik, is dat we een Chinese vrouw (ik denk dat ze Chinees was, maar Aziatische roots zeker) die zelf met een knal van een camera foto’s liep te maken, ook van ons foto’s hebben laten maken met onze camera. De vrouw vond het prachtig en kreeg er geen genoeg van. Want toen we met onze camera klaar waren, wilde ze nog een serie van ons maken met haar camera. Ze vond het super dat we dit wilden doen. En terwijl Marion en ik zoenend op twee grote ‘boulders’ stonden bleef de vrouw maar klikken. “Dit gaat naar de TV”, zei ze. Tja, voor je het weet zijn we weleldbeloemd.

Na onze keigoeie strandwandeling zijn we naar het strandpaviljoen gelopen. En onder het genot van heerlijk ijsje staan we nog even over het strand en de zee uit te kijken. En zo ineens zie ik twee dolfijnen voorbij zwemmen. Heel rustig glijden ze sierlijk door het water. Maar te snel en net iets te ver weg en iets teveel onder water om ze ook nog op de camera vast te leggen. Jammer, maar wel weer even leuk om deze dieren te zien.

We rijden door naar de stad Oamaru en drinken daar een kop koffie en tegelijkertijd wil ik daar ook even in onze papieren informatie, op internet of op de Campermate app op onze tablet kijken naar een geschikte camping voor vannacht. Ik denk er al snel een gevonden te hebben op ongeveer drie kwartier rijden vanaf Oamaru. Maar eerst wil Marion nog graag even een straat hier vlak in de buurt inlopen. Dat zag er net tijdens het voorbij rijden leuk uit, dus hup met de geit. We lopen Harbour Street in en zien een enorm aantal prachtige oude Victoriaanse gebouwen. Heel klassiek, heel goed onderhouden en met allerlei vormen van bedrijvigheid er in. Diverse tentoonstellingen, kunstvormen, winkeltjes galeries en werkplaatsen.

Daarna rijden we naar camping Dansey’s Pass Holiday park in de Waitaki Valley. We worden door onze TomTom vanaf Oamaru direct over kleinere wegen over het platteland gestuurd. Drie kilometer rechtdoor, na 2,5 kilometer weer rechts, dan na 6 kilometer schuin naar rechts, et cetera. Als je geen goed gevoel voor oriëntatie hebt, zou je kunnen denken dat je straks weer op hetzelfde punt uitkomt als je bent vertrokken. De afstand was iets meer dan 40 kilometer en na ongeveer 35 kilometer wordt de omgeving ineens weer heel anders dan het eerste stuk. We rijden een vallei, de Waitaki Valley, in en de weg slingert en kronkelt steeds meer. Hij wordt ook steeds smaller en de omgeving vertoont een enorme pracht en praal. Groen en geel wisselen elkaar af, maar vermengen zich ook veel. Rotspartijen er tussen in en een slingerend riviertje ertussen in. Ik begin steeds meer opgewonden te raken over de omgeving waar we de camping gaan aantreffen. En als we de camping zelf dan oprijden……. Echt, we hebben in ons leven al heel veel campings gezien, maar Dansey’s Pass Holiday Park steekt er met kop en schouders bovenuit. Op een schaal van 0 tot 10 scoort het een 15. De ligging, de plaatsen, de voorzieningen die er zijn, maar ook die er niet zijn. Het is ge-wel-dig! Verder horen we continue het rustige stromen van het riviertje achter ons, het uitbundig fluiten van de vele vogels hier, het rustige ruisen van de wind door de bomen. Om ons heen kijken is een lust voor het oog. Vooral de enorme hoeveelheid gele brem op de hellingen van de bergen en dan met de zon erop, schitterende effecten!

De manager Chris is een supervriendelijke man die met zijn vrouw pas sinds twee maanden deze camping runt. En vanaf het eerste moment krijg ik bij deze man het idee dat je aan hem een heel erg goede vriend zou kunnen hebben. Geboren in Zambia, verhuisd naar Zimbabwe, daarna getrouwd met een Zuid-Afrikaanse en daardoor ook naar Zuid-Afrika verhuisd. En nu is hij met zijn vrouw de chef d’equipe van dit juweeltje in Nieuw-Zeeland. Hij geniet er duidelijk van dat wij er ook zo van genieten.

We besluiten hier twee nachten te blijven, want er is genoeg in de omgeving te zien. Morgen wordt het opnieuw een ‘mooi-weer- dag’. Dan willen we ook even in de rivier gaan badderen. Nu hebben we alleen even met de pootjes er in gestaan (nou ja, Marion wel wat verder), maar morgen willen we er ons even volledig in onderdompelen. Nu hebben we wel wat foto’s gemaakt. Van bovenaf spiegelt het prachtig. En O ja, over die voorzieningen hier; geen bereik voor telefoon, geen internet, wel die rivier met zwempool, maar ook een slingertouw. En ja, het was zo enorm lang geleden dat ik dat had gedaan. Die kon ik niet laten hangen zonder het uit te proberen. Heerlijk als een soort George of the Jungle zwaaien vanaf de bomen tot boven de rivier en terug. Marion en ik waren net weer twee kleine kinderen. Het was dikke pret en weer Genieten met een hoofdletter G. Eigenlijk is deze camping ons cadeau van Sinterklaas. Tja, morgen is het immers 5 december….

Dinsdag; En dan is het 5 december. De dag pakt meteen uit met lekker weer en onze omgeving ziet er tijdens ons ontbijt uit als een gedicht. Het was geen surprise meer, maar een cadeau is het nog steeds.

Marion vertelde me vanmorgen dat ze vannacht een flinke klap tegen de camper had gehoord. Alsof er een dier tegenaan gelopen of gevlogen was, zo vertelde ze. En als ik dan ’s morgens van de douche terug kom lopen en zie dat er op de camper een soort vogelnest lijkt te liggen, dan denk ik ook wel weten wat ze vannacht heeft gehoord. Dat strooien huisje moet uit de boom op het dak van de camper gevallen zijn. Kan niet anders. Ik heb Chris, de manager gevraagd of hij een ladder had en hij liep meteen mee. Uiteindelijk is het nestje nog in tact, er vliegt meteen een musje uit en als ik er in kijk blijken er nog enkele hele jonge vogeltjes in te zitten. We hebben het nestje verplaatst en ergens neergelegd in de hoop dat Mama Mus het nestje en haar kinders terug zal vinden. Dat is het maximale geweest. Als we waren gaan rijden zonder dat we hadden gezien dat het nest erop lag, dan was het er in z’n geheel afgevallen. Dan was vermoedelijk het nestje compleet kapot gevallen.

Aangezien we twee nachten blijven, hoeven we vanmorgen ook niet om uiterlijk tien uur van de camping af te zijn. Dus hebben we nog relaxter dan anders gedaan en zijn we pas om elf uur gaan rijden. Ik had me voorgenomen om eerst in het Visitor Centre in het plaatsje Duntroon, op 13 kilometer hier vandaan, meer informatie in te winnen. Maar de aanduiding naar Elephant Rocks kwam al eerder, dus zijn we daar eerst op onderzoek geweest. Er ligt hier een enorme partij rotsblokken met hele aparte vormen over een flinke weide verdeeld. Het lijkt wel een uit elkaar gevallen meteoor die hier heeft gezorgd voor een verspreiding van gesteente, waardoor er door de mensen die hier komen allerlei verbeeldingen kunnen zijn. Een Olifant, een hele grote vis die zijn bek open spert, een draak met een minstens zo grote bek, et cetera. Leuk om gezien te hebben. Daarna door naar Duntroon. Tja, voor we erg in hadden waren we er al doorheen. Zo’n minidorpje was het. Asterix en Obelix wonen volgens mij in een grote dorpje. We besluiten door te rijden naar het plaatsje Kurow. Daar is wel een Visitor Centre. Even gekeken, besloten welke weg we zullen gaan en hup, daar gaan we weer. Bij de Aviemore Dam rijden we van de doorgaande weg af. Het moet een hele mooie route zijn. Tja, dat was het ook zeker wel, maar we hebben al zoveel mooier gezien. En ook de wandeling langs de Deep Creek Walk is leuk en mooi, maar niet bijzonder meer. We rijden door naar de Benmore Dam en komen zo weer op de doorgaande weg. We besluiten terug te rijden richting camping. We willen echter nog een ding zien. We hebben gehoord dat ‘Earthquakes’ bijzonder moet zijn. Nee, geen echte aardbevingen die opgewekt worden of zoiets, maar het wordt wel aangeprezen. Na weer eens een flink stoffige gravelweg komen we er aan en zien dat het iets is wat met fossielen, archeologie en hele verre geschiedenis te maken heeft. Er zou zelfs een fossiel skelet van een walvis in de rotsen te zien moeten zijn. We hebben even gekeken, met de nadruk op ‘even’.

Terwijl we terugrijden naar de camping en ook al eerder onderweg hebben we vaker tegen elkaar gezegd dat zo enorm verwend zijn geraakt met alle mooie natuur die we al hebben mogen ervaren. Iets wat dus nog steeds heel mooi is, is voor ons niet meer zo bijzonder. Eigenlijk is dat heel jammer. We proberen steeds opnieuw de schoonheid ergens in te zien, maar het lukt niet altijd. Daarmee tegelijkertijd ook realiserend dat we daardoor heel veel genieten van de natuur en haar schoonheid waar we nog niet eerder kennis mee hebben gemaakt. En die komt er vast nog weer aan. En het zijn ook niet alleen maar dingen in de natuur. Zomaar een leuk gesprek met iemand die je tot dat moment nog nooit ontmoet had, kan hartstikke leuk zijn. Of op een terrasje gaan zitten en genieten van alle mensen die langskomen. Er is nog zoveel te ontdekken…. Zo raken we er geleidelijk aan ook steeds meer van overtuigd dat terug gaan naar bepaalde bezienswaardigheden voor ons niet altijd een goed idee is. We hebben nu een aantal keren meegemaakt dat we iets wat we zes jaar geleden hebben gezien en prachtig vonden, nu minder mooi, minder aantrekkelijk vinden. Vanzelfsprekend is de verrassing er ook af als je een tweede keer gaat. Als we dat zo overdenken, dan opent dat weer heel veel perspectief voor verdere reizen. Zoals gezegd, er is nog zoveel te ontdekken….

Morgen rijden we weer richting de bergen. We hopen in de aankomende dagen de hoogste berg van Nieuw-Zeeland, Mount Cook of zoals de Maori hem noemen Aoraki, te gaan zien. Duimen voor helder weer. Vandaag genieten we nog even van Dansey’s Pass Holiday Park, ons Sinterklaascadeau dit jaar. En dat doen we onder andere door nog even in de rivier hier vlak achter de camping te zwemmen. Het is heerlijk om dat hier in deze prachtige omgeving te kunnen doen.

Woensdag 6 december, de feitelijke verjaardag van de Goedheiligman, brengt ons nog meer cadeautjes. We rijden vandaag eerst naar de Clay Cliffs. Maar voor we daar aan komen zien we langs de weg een enorm veld met Lupines. Daar tussenin slingert een riviertje. En aangezien we (voornamelijk ik) toch wel behoefte had aan een bakkie koffie, hebben we het ene met het andere gecombineerd. En wel in de volgorde eerst koffie, dan Lupines. Waarom? Niet mijn tekort aan cafeïne, maar een op dat moment nog teveel aan mensen tussen de Lupines. Er was namelijk net voor ons een bus vol andere toeristen gestopt. Zo langzamerhand weten we dat die meestal binnen 10 a 15 minuten weer weg zijn. Dus dat lost zichzelf op zo.

Vandaar naar de Clay Cliffs. Hoe verrassend, we moeten er over een stuk gravelweg. Ongeveer 10 kilometer heen en dus ook weer terug. En aangezien het al weken niet tot nauwelijks geregend heeft is ook deze weg gortdroog. Stofwolken volgen elke auto alsof er een hele kudde Gnoes bezig is met De Grote Trek in Afrika. De Clay Cliffs liggen op privé terrein en dus wordt er verwacht dat je zelf een toegangshek opent, vijf dollar toegangsgeld betaald hebt voor je doorrijdt en dat dit op basis van goed vertrouwen gaat. Prachtig dat dit zo nog kan in de wereld. De Clay Cliffs is een rotsformatie van  limestone. Doordat op het goede moment (net voor wij er aan komen) de zon volop door de wolken breekt, zien we de kleuren prachtig op de Cliffs terug. En dan die vormen. Schitterend materiaal voor films. Het zou me niet verbazen als dit stukje Nieuw Zeeland ook decor is geweest voor enkele scenes van The Lord of the Rings. We lopen er langs en we lopen er ook een stukje doorheen. Verbazingwekkend wat Moeder Natuur hier weer heeft neergelegd. De grootheid en grootsheid van de Clay Cliffs, maakt dat Marion en ik ons hier heel erg klein en nietig bij voelen. Maar het is geweldig.

Na de Cliffs is het de bedoeling dat we richting het stadje Twizel rijden. Maar onderweg komen we langs de afslag naar Lake Ohau. ‘Dat moet volgens de informatie ook mooi zijn’, zeg ik tegen Marion en hup, we knallen die weg in. En het is mooi! Een prachtig groot blauw meer met aan de overkant hoge bergen met besneeuwde toppen. Ook hier weer velden met Lupines aan de oevers. Na 19 kilometer houdt de asfaltweg op en ja hoor, daar is de volgende gravelweg. Wat doen we? Zullen we nog een klein stukje doorrijden en zien of zover kunnen komen dat we de besneeuwde bergen van nog dichterbij kunnen zien? Yes, we gaan. En we gaan. En we gaan. En we gaan…….. En uiteindelijk staat er ineens een hek over de weg. Hier mogen we niet verder. De weg is gesloten, wettelijk zelfs, staat erbij op een bord. Dus maar niet verder dan de, euh…. 17 kilometer gravel….. Een klein stukje zeiden we toch? Tja, dan moet je dus ook weer terug over diezelfde weg. Maar het loont nog steeds de moeite.

Vervolgens rijden we naar Twizel. Daar hebben we de camping geboekt voor twee nachten. Morgen rijden we naar Mount Cook Village. Daar is ook wel een camping, maar die krijgt hele slechte recensies. Houden we niet van. En wat we verder nog gedaan hebben vandaag? Eerst de camper van binnen en van buiten voor het grootste deel van heel erg veel stof ontdaan. Man, de camper lijkt als nieuw. Er kwam zelfs wit onder de grijze waas vandaan. En nu is niet alles wat we aanraken meteen met stof verrijkt. Is toch wel lekkerder leven in zo’n huis op wielen dan. Want dat is en blijft het toch echt nog een aantal dagen.

Vandaag zijn we weer op een camping met internet, dus kan ik dit verhaal weer op de blog gaan posten. Voor ons zijn deze drie dagen voornamelijk presentjes geweest. Dank u wel Sinterklaas. En Moeder Natuur. En Nieuw Zeeland……….

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    6 december 2017
    ✍✍✍👍👍👍👍👍🤣🤣😎😎💋💋