Cape Reinga, Top van het (ei)land. En daarna weer zuidwaarts....

8 november 2017 - Dargaville, Nieuw-Zeeland

Cape Reinga is Top! Cape Reinga is net niet helemaal het noordelijkste punt van het Noordereiland en dus van Nieuw Zeeland. Maar het is de rit er naar toe meer dan waard.

Maar eerst even over de afgelopen nacht. Ik weet dat we in The Bay of Islands waren, maar het leek eerder The Bay of Iceland. Het was koud, errug koud, ja heel erg koud. Gevoelsmatig lagen we onder een dekbed, maar in een vrieskist. Niet het meest comfortabele plekje. En ik moet het ’s nachts wel heel erg koud hebben als er onder het dekbed nog iets om de voeten gaat. Maar dat ik heb wel gedaan! Ik zal m’n zus eens appen of ze me haar elektrische deken door mailt. Gewoon voor het geval er nog meer van die hele koude nachten komen….

Terug naar vandaag. Vanaf Bay of Islands volgen we weer toeristische routes, maar omdat we even vooruit gekeken hebben naar de weersverwachtingen, besluiten we vandaag al door te rijden naar Cape Reinga en niet morgen pas. Vandaag is het geweldig weer en morgen worden er meer buien voorspeld. En om vandaag al om half een weer een camping op te zoeken lijkt ons niets. We rijden dus door.

Onderweg stoppen we in Mangorui voor een bakkie troost en dan een paar uur later bij Rarawa Beach voor een lunch. Steeds weer op hele mooie plekkies en dan beseffen we weer hoe fijn het is om met de camper onderweg te zijn. Huis bij ons, koffie zetten als we dat willen, broodje pakken als we dat willen, stoppen, kijken, luisteren, stoeltjes eruit, genieten…..

Zoals gezegd is Cape Reinga bijna het letterlijke toppunt van het land. Cape North ligt heel iets verderop en steekt 3 kilometer verder de Pacific in, maar die kaap is alleen wandelend (trip van bijna een dag als je heen en terug wil op dezelfde dag) te bereiken. Gaan we niet doen. Bovendien is Cape Reinga om diverse andere redenen een toeristische trekpleister. Denk aan de vuurtoren die er staat, evenals de gele borden met wegwijzers richting Londen, Sydney, Vancouver, de Zuidpool, de evenaar et cetera, met de bijbehorende afstanden in rechte lijn in kilometers. Tja, ruim 18.000 kilometer naar Londen vanaf hier. Je zal het moeten zwemmen…..

Verder is deze kaap ook het punt waar de Tasman Sea en de Pacific Ocean met elkaar botsen. Als je naar beneden kijkt zie je de zeestromingen ook letterlijk met elkaar botsen. Daardoor krijg je vreemde golfslagen en prachtige effecten. En vooral met die stralende zon die wij erbij hebben. Het is hier een geweldig mooi stukje Nieuw Zeeland. Voor ons een Toppunt, letterlijk en figuurlijk. En de weg er naartoe? Ik verwachtte eerlijk gezegd dat er heel veel rechttoe rechtaan stukken bij zouden zitten, maar niets is minder waar. Het slingert alle kanten op, het gaat op en neer en ook hier is het elke keer maar weer afwachten welk soort begroeiing en welke kleuren er om de volgende bocht weer op ons wachten. Schitterend toeren is dit!

We hadden eigenlijk nog naar een stel hoge zandduinen willen gaan, maar hebben besloten dat te laten voor wat het is. We zakken de Far North Road, zoals hier de Highway 1 genoemd wordt, verder af en belanden in het plaatsje Pukenui. Hier staan we voor een nachtje op een camping die Holiday Park genoemd is, maar dit totaal niet uitstraalt. Aan de ene kant gelukkig, want dan zouden we het risico lopen op een camping die heel groot, super modern, veel te veel geregeld is. Maar wat hier staat aan oude meuk….. Caravans en campers die bij ons rijp voor de sloop zouden zijn worden hier bewoond. De ‘office’ van de campingbeheerder is een oude caravan met bijna van ellende in elkaar zakkende voortent er aan. En in die voortent worden even snel de zaken geregeld. Een nacht, met stroom, inschrijven, betalen, klaar. En dan snel weg uit de voortent, want het stinkt er vanwege alle rotzooi die zich daarin bevindt. Ach, we hebben ons eigen spul bij ons, de sanitaire voorzieningen zijn in orde en morgen zijn we weer weg. Wie maakt ons wat? En zeker na zo’n geweldig mooie dag!

Marion is speaking: Om te janken zo mooi. En dat is niets te veel gezegd.

Het is de nacht van dinsdag 7 op woensdag 8 november en de regen gutst werkelijk uit de hemel. Klettert op het dak van onze camper en maakt zo’n lawaai dat daardoor slapen een echte uitdaging is. Bovendien, een hernieuwde verkoudheid maakt ademhalen ook weer lastiger. Met de rust en mijn relaxte gevoel is helemaal niets mis, maar wat is er met mijn weerstand aan de hand? Die lijkt tijdens deze reis niet echt optimaal. We krijgen voldoende buitenlucht, zonlicht, vitamines, et cetera, waarom dan nu? Werkelijk, ik heb geen flauw benul, maar het zal wel weer overgaan. Een neusspray en zakdoekjes zijn bij een drogist snel gehaald. En betaald. Wat zeg ik? Diefstal lijkt het wel. De zakdoekjes betaal je hier per pakje en uit macht der gewoonte neem ik een pak van 10 pakjes. Vandaar dat die dame al zo raar aankeek waarschijnlijk. Om kort te gaan; 24 dollar (zo’n 16 euro) voor 10 pakjes zakdoekjes en 1 neusspray is veel geld. Maar het is nu even nodig, dus huppekee, inpakken en wegwezen. De Te Paki Sanddunes worden het dus in ieder geval niet meer en 90 Mile Beach mag dan nog zo beroemd zijn, wat hebben we daar nu te zoeken? Op het strand gaan staan, foto maken en laten zien dat we er geweest zijn? Onzinnig vinden we dat. We gaan verder!

De regen houdt ons de hele morgen gezelschap. Van lieflijk spetterend tot vallende waterhozen en van miezerende nevel tot striemende buien. Maar ach, we zitten droog, warm en hebben ons huis bij ons. Niemand die ons dwingt om hier te blijven wachten tot het droog wordt. Nee, dan die twee backpackers bij ons op de camping. Allebei een miniem klein tentje waar je net in je eentje in kan liggen, een hele grote rugzak met hun hele hebben en houwen er in en dan maar in of bij de campingkeuken wachten tot het droog genoeg is om de boel in te kunnen pakken en weer te gaan lopen. Tja, dan mag ik mezelf echt een luxe campeerder noemen, want op hun manier vakantie vieren trekt me totaal niet. En als we dan onderweg een stel andere backpackers zwoegend tegen een heuvel op zien lopen, laat maar zitten…..

We volgen weer de Twin Coast Discovery Highway en na een paar uur is het droog. En blijft het droog gelukkig en nog weer even later begint Zonnemans zich er weer mee te bemoeien. Go on man! En heerlijk en ongelooflijk, maar bijna vanzelfsprekend, de omgeving waar we doorheen rijden is weer geweldig mooi. In 2011 hebben we Northland, het noordelijkste deel van het Noordereiland niet bezocht. Maar wat is dit hier ook een ongelooflijk mooi stuk van het land. We hebben hier weer zoveel wisselingen qua natuur mee gemaakt, dat we de ene keer een stuk Frankrijk, vervolgens de Ardennen, dan weer de Eiffel, de Harz, maar ook een stuk Kroatische kust lijken te zien. Het gaat maar door en door. Zo staan we ineens voor een ferry, die we moeten nemen om verder te kunnen rijden. Of zo’n 80 kilometer omrijden.

We kiezen de ferry en komen en staan zo ineens voor een voldongen feit; de zon schijnt heel uitbundig op een prachtige blauwe baai die rondom wordt bewaakt door bergen en hoge bijna witte zandduinen. En als we dan even later het dorpje Opononi inrijden, is de beslissing snel gemaakt; Lunchtime and lunchplace!!! We zetten de camper neer en zien een reclamebord aangeven dat er friet gehaald kan worden. En zitten we even later aan een enorm gezonde vette patat met mayo. En iets verderop, schepijs…. Haha, onze Calo’s gaan weer door de Rietjes, maar lekker was het wel. En dat men het dit uitzicht. It’s ‘enjoy time’ again…

Terwijl we van ons ijs lopen te snoepen komen we langs een standbeeld en een grafsteen. Allebei ter ere van de dolfijn Opo. Deze speelgrage dolfijn is in de jaren 1955 en 1956 korte tijd wereldwijd bekend geweest, omdat hij geheel vrijwillig en steeds maar opnieuw ter plekke met de strandgasten en zwemmers kwam spelen. Leuke anekdote vonden wij.

Dan even een sloot diesel erbij en vervolgens zien we een aanduiding naar een Lookout. Tja, da’s snel besloten. We gaan kijken. En genieten……… Want als we boven aankomen is het opnieuw een opeenvolging van ‘Aaahhh-, Ooooo-, Wauw-, Kiek es-, Moei es zien- momenten’. Het houdt maar niet op. Gelukkig maar, want we zijn nog maar net begonnen aan onze toer door dit schitterende land.

Wat we voor vandaag ook nog op het programma hadden staan, is het bezoek aan het Waipoua Forest. Een heel groot woud met heel veel zogenaamde Kauri bomen. En een daarvan in het bijzonder, de Tane Mahuta. Huh? Een boom met een naam? Ja dus! Deze majestueuze gigant heeft namelijk een geschatte leeftijd van over de 1250 jaar, is ruim 52 meter hoog en zijn omtrek is, en daar is niets aan gelogen, bijna 14 meter. 14 meter!!! Dat is net zover als onze huiskamer in Deventer heen en terug! Dat is ook net zo lang als onze tuin! Zover is het dus om om deze boom heen te lopen. Gigantisch vind ik het. We rijden er dus heen en denken dat we er gewoon kunnen stoppen, heenlopen, bekijken, foto’s maken, terug lopen en klaar. Niet dus!

Als we aan komen rijden zien we aan beide kant van de weg heel veel auto’s, campers en zelfs een touringcar. Vol met mensen die dus naar die ene boom komen kijken. En als je dan denkt dat je het bos waar Tane Mahuta zich bevindt zomaar in kan lopen, echt niet! Eerst word je er op gewezen dat je risico’s met je meebrengt, vervolgens moet je door een soort wachthuisje met borstels waar je je schoenen op MOET vegen, daarna zet je voeten een voor een op een rooster waar je schoenen van onder worden bespoten, daarna over een speciaal soort schoonloop en droogmat. En pas dan mag je het bos in. Over een mooi aangelegd pad van houten planken loop je ongeveer 5 minuten het bos in en dan ineens staat daar naast je zijne koninklijke hoogheid, boom Tane Mahuta. In volle glorie torent hij hoog boven ons allemaal uit. Hij ziet er oersterk uit en nodigt me op een of andere manier uit om respect voor te hebben. Helemaal niet vreemd als we het over natuur hebben natuurlijk, maar dit imponeert. We hebben vanzelfsprekend de camera weer in actie laten komen en geprobeerd om Tane in al zijn grootsheid en grootheid in en op beeld te krijgen.

We vervolgen onze route verder door het Waipoua Forest. De weg slingert en slingert en slingert en slingert maar door. Er lijkt geen einde aan het gekronkel te komen. Toen we uiteindelijk op een iets rechter stuk weg kwamen had ik de neiging om de naam te veranderen in NouPoeHee Forest.

Vanavond overnachten we op een kleine camping in Dargaville. Supervriendelijke gastvrouw en gastheer. De baas vertelde dat dit waarschijnlijk een van de oudste campings, zo niet de oudste van het land is. De man loopt mee naar de plaats waar onze camper kan worden neergezet en gidst me keurig op de plaats. Hij sluit de stroomkabel voor me aan en laat zien hoe de stroom op het campingnet aangesloten kan worden en aangezet. Het blijkt een dusdanig oud systeem te zijn dat hij alleen al speciaal daarvoor aanwijzingen komt geven. Maar het werkt en dan is prima voor ons. Prima plekkie voor ons vanavond. Morgen verder in de richting van Muriwai Beach.

Foto’s

1 Reactie

  1. Bart:
    8 november 2017
    Leuk weer.hoor 14 meter das een best boompje om je kacheltje wat op te stoken 🤣 voor je koude voetjes