On the road, oftewel; onze eerste dagen met ons Home on wheels

10 oktober 2017 - Sydney, Australië

Vrijdag 6 oktober, na een verschrikkelijke K-nacht; in Sydney hebben ze er een nieuwe hondensoort bij; de Marcus Blaffus Alsmardorus. Dat rotbeest hadden ze de hele nacht bij ons op de hotelkamer gedaan en het verrekte om te vertrekken. Zonder gekheid, continue hoesten is om dol en hondsmoe van te worden. Ach ja, als het dan na een eerste weekje reizen maar klaar is met al het ‘gedoe’, dan gaan we vrolijk verder.

Vervolgen we met onze eerste ervaring met een Uber-taxi. Zo geregeld! Even een appje naar Uber en we krijgen bericht dat ie er binnen 2 minuten is. Maar wij moeten nog onze bagage uit onze kamer halen, uitchecken, naar de straat lopen……. Dat redden we echt niet in 2 minuten! Even later een sms van de Uber-chauffeur; Ik ben er en ik wacht 2 minuten. No way dat we dat halen. Maar wel vooraf via creditcard betalen he! Aan de straatkant een heleboel mensen, ook een limousine, maar daar werden we niet in toegelaten (heb het wel geprobeerd ;-) , maar helaas. Terug naar de receptie van het hotel. Daar hebben ze meteen een andere Uber-taxi geregeld en hup, in de looppas terug naar de straat. Marion en onze bagage zijn er gelukkig allemaal nog, de limo ook nog (waarom wil die vent ons niet wegbrengen als hij daar toch maar niets staat te doen?) en nog geen minuut later komt de Uber-man. Supervriendelijke Ozzie met Koreaanse roots. Want ja, als je van ons wil weten waar we vandaan komen, dan vragen we het omgekeerd ook. Zo zijn we ook wel weer.

Ongeveer een half uur later zijn we bij Britz. Direct en heel vriendelijke hulp, ondersteuning en uitleg. We denken alles te weten, we pakken onze zooi uit de tassen in de kastjes en we gaan op weg. Eindelijk op weg….., naar de supermarkt. Yeehah, lekker boodschappen doen. Tja, Hulzebos, niet zeuren, als je van een home on wheels wil profiteren, weet je dat dit erbij hoort. Maar als die supermarkt zich dan bevindt in een shopping mall die in mijn beleving zo groot is als onze hele woonwijk bij elkaar, dan is het zoeken, sjouwen, duwen, maar wel zorgen dat je alles wat je wil hebben ook hebt. En dat hebben we! (zijn we nu zo hebberig met al dat ‘hebben’ in 1 zin?).

Finally, boodschappen in de kastjes en koelkast en dan, rijden maar! Want ik wil heel graag voor de spits Sydney uit zijn. Het is toch weer even wennen om links te rijden, vandaar de wens om de drukte niet op te zoeken. We rijden vrij soepel langs het centrum en dan richting het noorden, BAM; Trafficjam. Nee, dit is geen Australische confiture, maar een heel ordinaire file. Ja, die kennen ze hier ook. Ook al heeft het land zoveel enorm veel weinig tot niet bewoon gebied. Als we dan ergens rond een uur of 4 lekker door kunnen tjoekelen, begint het fijne ‘campergevoel’ steeds meer te komen. Vooral als we de snelweg afgaan en een stuk toeristische weg pakken. Het wauwwoord (goed Nederlands he?) rolt al regelmatig over onze lippen.

Om toch even iets op te schieten richting ons einddoel van vandaag, Nelson Bay, keren we terug naar de snelweg. Dat duurt niet zo lang, want Nelson Bay ligt in het Port Stephens – Great Lakes Marine Park. Een schiereiland, waar (gelukkig) geen snelweg is. We rijden rond kwart voor zeven Halifax Holiday Park. Het is degene die we het eerste tegen komen en aan zee ligt. We rijden het terrein op en ontdekken dat de receptie om 6 uur sluit. Te laat dus! En nu? Bij Britz hebben ze ons gezegd de eerste nacht wel ‘powered’ te gaan staan om de accu bij te laden. Niet die van de auto, maar die voor de overige stroomgebruikers in de camper. Gelukkig zijn er tegenover de receptie 4 plaatsen die je als ‘unbooked late arriver’ kan gebruiken. Inclusief stroom en water, da’s mooi! Inpluggen, wat eten, rondje camping, potje kaarten, stoeien om de eerste keer het bed in elkaar te puzzelen, dat opmaken en dan pitten…..

Marion geeft de volgende ochtend aan niet meteen te hebben kunnen inslapen. Heeft een flinke tijd geduurd. Waarom? Geen idee. Ik heb heel vast geslapen. Toen mijn ene been het voelde, sliep de rest van mijn lijf volgens mij al. Verschillende keren werd ik badend in het zweet wakker. Toch wat koortsig misschien, maar wat heb je aan die kennis. Ik heb er de laatste dagen een vriend bij. Zijn naam; Paracetamol. Gaat wel weer over. O ja, die hond waarover ik het had in het begin. Dat beest kennen ze hier ook. Vanmorgen blafte die om 7 uur de hele camping wakker. Gelukkig werd ie snel tot de orde geroepen.

Ik check eerst even officieel in bij de receptie en we zetten de camper op een andere plek. Eentje die ons wat meer aan staat, maar we ook als geregistreerde gast geboekt staan. Na een lekker ontbijt en een kop koffie besluiten we een wandeling naar Nelson Bay zelf te maken. De camping ligt er net even buiten. Een mooi weggetje leidt ons langs de zee en de prachtige baai en toont ons geweldige uitzichten. De volop aanwezige zon doet veel en de zee kleurt van allerlei geweldige kleuren blauw naar smaragd groen, naar vrijwel kleurloos, omdat je zo op het heldere witte zand er onder kijkt.

De omgeving van Port Stephens en Nelson Bay wordt volgens de Ozzies Dolphin Capital of the World genoemd. Er is hier een groep van ongeveer 80 residents en ongeveer 60 visitors. Zo’n 140 dolfijnen! Moet een mooi gezicht zijn, maar ze zijn nooit allemaal bij elkaar natuurlijk. Er wordt gezegd dat mensen er tijdens een dolphinwatch soms enkelen tegen komen, soms grotere groepen. En in de juiste tijd van het jaar kunnen hier ook enorme walvissen zwemmen. Bultruggen en Zuidkapers heb ik begrepen. We zien vandaag zo vanaf de kust niets, al wordt er wel gezegd dat dit soms kan. Ons plan is om morgen naar de andere kant van de baai te rijden. Een stuk van de omgeving verkennen, rijdend en lopend. Maar vooral genietend! Bij het Visitor Centre hebben we alvast wat informatie mee genomen voor de aankomende dagen, want we gaan als het goed is nog heel veel moois tegemoet in dit enorme land. Vandaag eerst maar even rustig aan op de camping. Hopelijk dan morgen weer fit, fris en fruitig verder.

Nog even een leuk stukje (vinden wij) toegevoegd aan de belevenissen van vandaag; we zagen al vrij snel dat de zonsondergang hier boven de baai best mooi zou kunnen zijn. Dus hup, on the beach met z’n two of us. De zonsondergang was megaspectaculair qua kleuren. Echt indrukwekkend! En toch ging daar niet continue onze aandacht naar uit. Vlak langs het strand, zo tussen de 25 en de 5 meter van ons af hebben we verschillende dolfijnen gespot. Rustig heen en weer zwemmend, vermoedelijk into diner, maar geen moment de indruk wekkend dat ze bang voor ons waren of last van ons hadden. Het blijft dan toch nog lastig om ze goed in je lens te krijgen, maar het is wel een aantal keren gelukt. Ik heb wel verzocht of ze iets langer boven water konden blijven, zodat ik meer gelegenheid had om plaatjes te schieten. Maar blijkbaar is mijn ‘dolfijns’ niet mijn beste taal.

Zondag 8 oktober is een dag die rustig begon, voortkabbelde en aan het einde van de middag toch nog even een flinke fysieke inspanning vroeg. In de genoemde volgorde? Ontbijtje, opnieuw buiten in hevige sunshine, bakkie koffie, beetje kletsen met de buurman (een pensionado Ozzie die nu groepen begeleid die samen reizen met hun camper of caravan. In Nederland is er ook zo’n programma over. Ik geloof dat het iets is als; ‘Hellup! Zijn zij er ook bijna?’

Vervolgens de camper rijklaar maken, omdat we naar andere kant van de baai gaan. Maar eerst naar de Tomaree Road Lookout. Een klimwandeling, op enkele kilometers van de camping. Het was er op deze mooie zondagochtend echter zo druk dat we auto niet eens in de buurt kwijt konden. Maar ook wel de inschatting maakten dat het paadje naar de top van de Tomaree enige gelijkenis zou vertonen met een hele horde forenzen die zich op hetzelfde moment door een zelfde deur in dezelfde trein willen proppen. Moeten we niet willen…… Dan eerst naar de andere kant van de baai. Een op het oog mooie rit, met als optionele hoogtepunt een Koala kolonie in het plaatsje Hawks Nest. Een behoorlijk terrein is het, daar waar de Koala’s ooit woonden. Een vriendelijke mevrouw vertelde ons dat de laatste jaren geen enkele Koala meer was gezien in dit reservaat. Naar een dichtbij gelegen gebied verplaatst, maar ook daar zijn ze niet meer vanwege een bosbrand die daar is geweest. Waar ze nu zijn? Zoals men hier in heel net “Ozzie Engels” pleegt te zeggen; ‘Only God bloody knows Mates!”

Vanuit de kolonie van de gedeserteerde beertjes zijn we doorgereden via een scenic route richting Myall Lakes National Park. En ja, wij klinken nu decadent; dit kennen we al van eerdere reizen en vinden het niet echt heel spannend. Mooi, maar meer iets van; Been there, done that! De route voerde  langs het Myall Lake en dat was zeker de moeite waard. Een stuk verder op de weg was er ineens een ferry. Met het pontje over een afstand van ongeveer 20 a 25 meter water voor 6,5 dollar. Snel verdiend, denk ik dan. Maar ja, de boot moet varen, onderhoud krijgen en de pontjesbaas wil ook wat op z’n broodje. Daarna rijden over een stuk niet geasfalteerde weg. Dan hoor je pas goed dat je veel aan boord van je camper hebt…..

Terug richting Nelson Bay, waar we 1,5 uur later aankomen. En alsnog  besluiten we de klim naar de top te doen op de Tomaree Road Lookout. Het was gelukkig veel minder druk, eigenlijk helemaal niet, maar the weather was fucking bad mate. We hebben de klim gemaakt, over een afstand van 1 kilometer een hoogteverschil van 161 meter overbruggen is best veel, voor ons…. Boven is het uitzicht erg mooi. Was Mister Sunshine er nu nog maar even bij gekomen en was dat menneke daarboven nu maar even van die grote waterkraan afgebleven. Foto’s maken is vrijwel niet mogelijk. We zijn maar even boven geweest, daarna naar de camping. Na het eten is Marion nog even gaan kijken of Delfi en Dolfi er nog waren, maar die hadden blijkbaar een ander stekkie uitgekozen. Of het was al te donker om ze nog te kunnen zien.

Nu nog even de route voor morgen verder voorbereiden, want dan rijden we richting Blue Mountains National Park. Zin in!

Maandag 9 oktober start met een ritje door inmiddels enigszins bekend terrein. Maar daarna gaan we dus niet de kortste weg via Sydney, maar we rijden via Putty Road. Meer kilometers, meer tijd, maar naar ons idee over het algemeen mooiere route. Da’s vanzelfsprekend maar een indruk op basis van internet, eigen verbeelding via wegenkaarten en dergelijke. Want van de route via Sydney weten we hoe het stuk snelweg was. Dat hoeft dus niet nog een keer. We ontdekken liever iets anders.

De rit verloopt voorspoedig en inclusief enkele relaxte stops doen we er ruim 5,5 uur over. De route was mooi tot aan het begin van het Blue Mountains National Park. Toen hield het mooi zijn op. Jammer maar helaas. Nee, zonder gekheid, het ‘mooi’ veranderde toen in ‘schitterend’ en in ‘geweldig’ en in ‘wauw’ en….en….en……… Het is hier, zeker als de zon op die enorme rotsformaties schijnt, onbeschrijflijk mooi. En dan rijden we er alleen nog maar langs….

Dat is trouwens wel iets vreemds hier. Er is zoveel moois te zien onderweg. Dan zou ik meer gelegenheden maken waar mensen langs die mooie route konden stoppen en genieten van de vergezichten. Zogenaamde ‘viewing points’ of ‘lookouts’ maken. Wij hebben ze tot nu toe maar weinig gezien.

We zijn nu in Katoomba op een camping. Vandaar willen we morgen naar Scenic World waar we wandelend, kabelbanend, treinend (ja hoor, mijn goeiste Nederlands) gaan genieten van The Three Sisters, Echo Point, Katoomba Falls, etc. Verder zullen we dag in de omgeving wel zoet brengen met het genieten van de omgeving. No worries mates!

Dinsdag 10 oktober worden we wakker in een mistige wereld. Dit is niet waarop we hoopten, want vergezichten in de mist is niet het meest logische. Eerst maar eens rustig klaar maken voor de dag. Zowel in inwendige als de uitwendige mens weer verzorgd en geleidelijk begint het ook in de omgeving op te klaren. We hebben in de directe omgeving een aantal hele mooie natuurlijke attracties, zo wordt ons beloofd. En niets is minder waar!

Vanaf de camping steken we de weg over en we lopen een prachtig bos in met mooie watervallen, grotten, giga rotspartijen, lookouts, vogels, etc. De knop van het genieten is direct en vanzelf aangegaan. Eigenlijk is die vandaag nauwelijks uit geweest. Vanuit Katoomba Park naar de Katoomba Cascades en Katoomba Creek. Via die mooie wandeling komen uiteindelijk bij Scenic World. Slechts 10 minuten lopen vanaf de camping rechtstreeks naar de hoofdingang van deze commerciële bezigheid. Maar via onze eigen weg doen we er een uur over. Wel een heel mooi uur overigens. Scenic World biedt een kabelbaan naar het dal, een kabelbaan van top naar top, de steilste tandradbaan van het zuidelijk halfrond (42 graden en da’s heel steil!) en een mooie wandelroute. Aangezien wij zelf al naar het dal gelopen waren, zijn we alleen met de kabelbaan naar boven gegaan. 42 dollar armer (hoezo commerciële business?), maar wel heerlijk de toerist uit gehangen door vanuit de kabelbaan The Three Sisters vast te leggen. En dat was me heel veel waard! Als je in de Blue Mountains bent en je ziet die mooie rotsformaties niet, dan wordt door de Ozzies gezegd dat je er niet bent geweest. It’s a ‘must see’! Zoals het dan gaat met je digitale spul bij je leggen we die drie meiden niet een enkele keer vast, maar keer op keer op keer op keer…….En elke keer is de hoop dat het licht er nog weer mooier op zal gaan vallen. Uiteindelijk is het ook gewoonweg een keer klaar!

We hebben de Sir Hendry Cliff Walk voor een deel gelopen. Dan kom je langs prachtige vergezichten en viewing points. Om er maar eens paar te noemen (als de volgers van ons blog ooit het idee krijgen hierheen te gaan….) Cliff View Lookout, Lady Darley Lookout en een van de mooiste, Echo Point. En dan zijn we ook nog naar The Three Sisters zelf geweest. Bij de eerste hebben we in haar schoot gezeten, de tweede en derde lieten ons niet bij zich komen. Stel verwaande nesten…. Nee zeg, om daar te komen moet je een Berggeit zijn en zoveel risico nemen, dat zelfs Spiderman 10x na zou denken.

Daarna zijn we terug gelopen naar de camping en hebben de camper opgehaald. Om vervolgens naar nog een Lookout te gaan met de sublieme naam Sublime Point Lookout. Hoe verzin je het? Wij denken het te weten. Ga er naar toe, kijk, luister, ruik, voel, ervaar…… Subliem!

Terug naar de camping dan maar? Ja, dat dacht je! We zien in het aan Katoomba grenzende stadje Leura een bordje naar de Leura Cascades en Leura Falls. Toch nog maar even gekeken. Heel mooi, maar voor vandaag niets nieuws. We besluiten terug te gaan. De stappenteller raakt voor vandaag al de 22.000. We vinden het mooi geweest.

Vandaag dan maar eens zien om voldoende internet te hebben om dit verhaaltje op ons blog te krijgen. Liefst met wat fotootjes erbij. En dan morgen nog een mooi stuk Blue Mountains en richting Jenolan Caves. 

Foto’s

6 Reacties

  1. Marc:
    10 oktober 2017
    O ja, het uploaden van foto's gaat zo terrrrrrrgggggend langzaam, dat er per foto 3,5 voor uit getrokken mag worden...
    We hebben er meer, maar da's voor later
  2. Es:
    10 oktober 2017
    Supergaaf! 😘
  3. Bart:
    10 oktober 2017
    Geweldig leuk om te lezen
  4. Sonja:
    11 oktober 2017
    Wauw, wat een belevenissen hebben jullie al gehad. Schitterende foto's . 👌. Vooral blijven schrijven Marc, heerlijk om jullie zo te kunnen volgen. 😘🤗
  5. Kai:
    12 oktober 2017
    Gewoon zo doorgaan, met al dat moois wat jullie beleven.
  6. Manon:
    17 oktober 2017
    Ik voel jullie genieten. Die bewuste glimlach valt niet van jullie gezicht 🤗